schriftelijke instructies volgens ADR

Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

In het geval van een ongeval of noodgeval dat tijdens het vervoer kan voorkomen of optreden, moeten de leden van de bemanning van het voertuig de volgende maatregelen treffen, indien dit veilig en praktisch uitvoerbaar is:

 

Gebruik de reminrichting, zet de motor af en isoleer de accu door de hoofdschakelaar, indien beschikbaar, te activeren;

Vermijd ontstekingsbronnen en in het bijzonder, rook niet, gebruik geen elektronische sigaretten of soortgelijke hulpmiddelen of schakel geen elektrische apparaten in;

Informeer de geëigende hulpdiensten, geef daarbij zoveel mogelijk informatie over het voorval of ongeval en de stoffen die daarbij betrokken zijn;

Trek het veiligheidsvest aan en plaats de zelfstandig staande waarschuwingssignalen zoals de bedoeling is;

Houd de vervoersdocumenten beschikbaar voor de hulpverleners bij hun aankomst;

Loop niet in vrijgekomen stoffen of raak ze niet aan en vermijd inademing van gassen, rook, stof en dampen door boven de wind te blijven;

Gebruik voor zover mogelijk en veilig uitvoerbaar de brandblussers om kleine / beginnende branden van banden, remmen en motorcompartimenten te blussen;

Branden in laadcompartimenten moeten niet worden bestreden door leden van de bemanning van het voertuig;

Gebruik voor zover mogelijk en veilig uitvoerbaar de uitrusting aan boord om het vrijkomen van stoffen in het aquatisch milieu of het rioleringssysteem te voorkomen en vrijgekomen stoffen in te sluiten / op te vangen;

Ga weg uit de omgeving van het ongeval of het noodgeval, en adviseer andere personen weg te gaan en volg het advies op van de hulpdiensten;

Verwijder alle verontreinigde kleding en gebruikte verontreinigde beschermende uitrusting en voer deze op veilige wijze af.

gevarenkaart

 

De volgende uitrusting moet aan boord van de transporteenheid worden meegevoerd:

- voor elk voertuig een stopblok (wielkeg) van een grootte die past bij de maximale massa van het voertuig en de diameter van het wiel;

- twee zelfstandig staande waarschuwingssignalen; - vloeistof om de ogen te spoelen(a); en
voor elk lid van de bemanning
- een waarschuwingsvest;

- een draagbaar verlichtingsapparaat;

- een paar beschermende handschoenen; en

- bescherming voor de ogen.

Aanvullende uitrusting voorgeschreven voor bepaalde klassen:

- een vluchtmasker voor noodgevallen moet voor elk lid van de bemanning van het voertuig aan boord van de transporteenheid worden meegevoerd in geval van gevaarsetiketnummers 2.3 of 6.1;

- een schop(b);
- een rioolafdichting(
b);
- een opvangreservoir(
b).

a) Niet voorgeschreven voor de gevaarsetiketnummers 1, 1.4, 1.5, 1.6, 2.1, 2.2 en 2.3.
b) Alleen voorgeschreven voor vaste stoffen en vloeistoffen met de gevaarsetiketnummers 3, 4.1, 4.3, 8 of 9.

gevarenkaart

 

Adres

Nieuwemeerdijk 369

1171NW Badhoevedorp

Telefoon
Tel:
06-14238778
Fax:
E-mail
r.joon@me.com